Dit voorjaar trad in Hongarije een nationalistische regering aan. Sindsdien lopen buitenlandse ondernemers aan tegen een 'Hongarije eerst'-beleid.
'Angst is misschien niet het juiste woord, maar je ziet dat ondernemers enigszins huiverig worden. Ze vragen zich af waar dit heen gaat, hoe het verder gaat met dit land.' Dat zegt Marleen de Vries, directeur van de Nederlands-Hongaarse Kamer van Koophandel.
Ze is dagelijks in de weer met de Nederlandse ondernemers in Hongarije. Ze zijn ernaartoe gekomen om er te produceren voor de export, of om er hun producten te verkopen. Dat ging jaren heel aardig, maar sinds dit voorjaar de centrumrechtse nationalistische regering van Viktor Orban aantrad, is het beeld veranderd.
'De vorige regering probeerde redelijk mee te lopen in de Europese pas. Orban en zijn partij zijn veel meer gericht op Hongarije', zegt ondernemer Paul Stolk van het '1 to 1 callcenter' in Boedapest. 'Ze zijn erg met zichzelf bezig, hebben te veel vragen over zichzelf.'
Dat uit zich ook in het beleid. Orban heeft het IMF te verstaan gegeven niet meer met ze te willen samenwerken. Een stap die als riskant en misschien wel overmoedig wordt gezien, omdat de financiële situatie van het land nog steeds niet rooskleurig is. Ook heeft de quasi-nationalisatie van de pensioenverzekeringen veel beroering gegeven. Bedrijven als ING en Aegon worden erdoor geraakt en hebben openlijk geprotesteerd.
Het overhevelen van pensioenen van een particulier fonds naar een staatsfonds pakt goed uit voor de begroting. Hetzelfde geldt voor de tijdelijke winstbelasting die is ingevoerd voor bedrijven in verschillende sectoren van de economie. Het raakt de energiesector, de banken, de detailhandel en de telecommunicatie............
KLIK HIER om het hele artikel te lezen !!!
