Vlaggen. En nog meer vlaggen. Duizenden vlaggen. En kokardes, zo groot als pannenkoeken. Rood, wit en groen. En veel, heel veel oude mensen. Premier Viktor Orbán omringde zich tijdens zijn toespraak gisteren op het Kossuthplein voor het parlement met tientallen jonge mensen, maar die weerspiegelden zeker niet de gemiddelde leeftijd van de massa die naar Boedapest was gekomen om hun premier te horen spreken op de herdenking van het begin van de Hongaarse opstand van 1848. Jong was het niet, zijn gehoor.
Hier stond de generatie die opgegroeid is onder Kadár en die zo'n jaar of veertig was toen het communisme viel. De mensen die het minste geprofiteerd hebben en het meeste treuren om het verlies van de zekerheden van toen: een huis, een baan, een pensioen.
En ze waren massaal gekomen, uit heel Hongarije, met busladingen tegelijk. En van verder dan Hongarije: de ultraconservatieve katholieke Poolse krant Gazeta Polska had een behoorlijke groep Poolse katholieken weten op te trommelen die Orbán kwamen toejuichen.
Ze zien de Hongaarse premier als.......
KLIK HIER om het hele artikel te lezen !!!