Op 15 maart herdachten de Hongaren hun revolutie van 1848. Maar dit jaar verbleekt het beeld van de historische revolutionair Kossuth bij dat van de huidige premier Viktor Orbán die uitstekend gebruik weet te maken van symboliek.
Met een plechtig glas champagne en het paspoort van de Hongaarse republiek in de hand ontving een twintigtal Csángó’s [een Hongaarse minderheid in Roemenië.] hun dubbele nationaliteit. Iedereen was gekleed in traditionele kledij, en de meesten hadden tranen in hun ogen.
Dat ze emotioneel waren, wekt geen verbazing. Deze mensen komen uit de krochten van het verleden. En niet alleen vanwege de duizend kilometer die ze hebben moeten afleggen vanaf de regio waar ze al duizend jaar wonen, aan de Roemeens-Moldavische grens.
De wet van Orbán over het burgerschap is genereus: er is een clausule in opgenomen die het bij uitzondering mogelijk maakt terug te gaan in de Hongaarse geschiedenis van vóór 1918 om iemands afkomst aan te tonen. De Csángó’s hebben van deze uitzondering gebruik gemaakt: om te bewijzen dat ze Hongaarse wortels hebben, was het voldoende de namen van hun ouders en grootouders met een eenvoudig uittreksel uit het geboorteregister te laten zien.
"Brussel schrijft ons de wet niet voor"
Boedapest staat tolerant tegenover verre neven. Drie dagen voordat de Csángó’s hun nationaliteit kregen..........
KLIK HIER om het hele artikel te lezen !!!