Het was al een tijdje turbulent in de Hongaarse “Nationale Zijde”. Sinds vorige week is het er alvast niet rustiger op geworden. Een nieuwe storm stak op toen Gyöngyösi Márton, hoofd buitenlands beleid van de partij Jobbik, zich via rechtse media uitsprak voor toetreding van Turkije tot de Europese Unie. De radicale nationalisten uit de Hongaarse Beweging en de niet- partijpolitieke organisaties konden alvast niet lachen met de uitspraak : de partij krijgt de wind van voren.
Nochtans was voornoemd parlementslid al langer bekend als een pleitbezorger van nauwe samenwerking met o.a. Turkije, maar ook andere machten uit het Midden-Oosten en Azië. Daar waren meerdere redenen voor. Ten eerste doen in Hongarije uiteenlopende theoriën de ronde over de Hongaarse afkomst. Enkele daarvan zijn eigenlijk schaamteloos onwetenschappelijk en zelfs regelrecht absurd, maar toch houden er enkelingen aan vast als aan een dogmatische religie. Enkele van die theorieën verwerpen stelselmatig elke band met de Finnen als broedervolk, en verwijzen de hele Fin- Ugrische theorie (buiten Hongaars grondgebied de enige gangbare theorie)n integraal naar de vuilnisbak.
Wie de Fin-Ugrische theorie verwerpt, grijpt haast steeds terug naar de Hunnen als aanwijzing voor de herkomst van dit niet- Indo-Europees volk. Dat ligt wat moeilijk want de Hunnen waren geen volk, maar een stammenverbond met o.a. Aziatische steppevolkeren, Germaanse stammen (Ostrogoten) en Slavische stammen die onder de heerschappij stonden van één hoofdgroep, meest waarschijnlijk de Oejgoeren. Ook de Turken zouden tot deze Aziatische steppevolkeren hebben behoord, en waren toen nog sjamanistisch (=heidens) en nomadisch. Reden genoeg om door sommigen in Hongarije als “broedervolk” te worden bestempeld, wat voornoemd parlementslid ertoe bracht te spreken de Turken als dusdanig te verwelkomen.
KLIK HIER om het hele artikel te lezen !!!